De ene hand wast de andere

Locatie
Vlasakker
Datum
2020

Reparatiebedrijf, zorgverlener, opleider, rustmoment voor mantelzorgers en vooral blijmaker. Het Gilde Repaircafé Losser heeft dringend uitbreiding nodig om al zijn taken te kunnen blijven doen. "Zeker nu we in coronatijd extra voorzichtig zijn", zegt voorzitter Joop Kupers.

Naar de dagopvang. Het is voor menigeen even slikken als het woord valt bij afnemende geestelijke of lichamelijke gezondheid. "Het klinkt heel anders of je zegt dat je naar de dagopvang gaat, of dat je werk doet in het Repaircafé", zegt Kupers (74), gepensioneerd technicus bij Polaroid.

Elf ouderen met problemen zoals beginnende alzheimer hebben intussen onderdak in het centrum aan de Vlasakker in hartje Losser. De jongste is nog maar 62 jaar.

Wat in de jaren 80 begon als een werkplaats voor vitale vutters en gepensioneerden die thuis geen ruimte voor machines en gereedschappen hadden, is uitgegroeid tot een centrum dat meerdere dagen per week maakt, repareert, demonteert, hergebruikt en opleidt.

Behalve zagende, timmerende, reparerende en demonterende mannen van respectabele leeftijd zijn hier ook vrouwen actief met glas in lood en krijgen leerlingen van de naburige basisschool er elke vrijdagmiddag timmer- en techniekles. Tot een half jaar geleden dan, want vanwege corona ligt dat laatste even stil.

Regelmatig vragen zorgverleners of Het Gilde nog plaats heeft voor iemand die nog 'te goed' is voor de dagopvang maar wel nodig onder de mensen moet komen en wat te doen moet hebben.

Mantelzorger ontlast

"En daarmee geven we ook vaak de mantelzorger, vaak de partner van de man, even een moment van rust. Alleen op die manier kunnen ze hun taak langer volhouden", zegt Ton Vaneker (68), oud-verpleegkundige en vicevoorzitter van de stichting. "Wat hier gebeurt, is voor heel veel partijen belangrijk. De man met alzheimer heeft eer van zijn reparatiewerk, zijn partner krijgt even rust. En de klant die een kapot apparaat voor weinig geld gerepareerd krijgt, is ook blij."

Zo wast de ene hand de andere bij Het Gilde. Daarnaast leidt hergebruik van gerepareerde apparatuur ook nog eens tot minder afval en gebruik van grondstoffen.

"De gemeente mag heel blij zijn met wat we hier doen", zegt Kupers. "We sparen veel dure zorg en dagopvang uit. Die erkenning krijgen we gelukkig ook vanuit het gemeentehuis. Maar we doen het ook graag. We hebben hier heel veel lol samen, dat hoort er gewoon bij."

Invalidentoilet

Het Gilde staat te springen om uitbreiding. Met ongeveer 30 vierkante meter uitbouw van het gemeentelijke gebouw en een invalidentoilet, kunnen meer mensen op veilige afstand aan de slag in het voormalige sportclubgebouw dat van de gemeente wordt gehuurd. "En we hebben een rolstoelgebruiker die hier nu niet naar het toilet kan", zegt Vaneker.

"De coronatijd is ook zeker voor ons beroerd", zegt Kupers, "een aantal oudere vrijwilligers durft vanwege het besmettingsgevaar niet meer te komen. Dat snappen we. Met onze kwetsbare doelgroep zijn we nu ook extra voorzichtig. Omdat we heel strikt de anderhalve meter onderlinge afstand in de gaten houden, kunnen we maar een beperkt aantal mensen per dag opvangen. We zijn nu voor het eerst ook op donderdag open, puur om de groepen beter te kunnen spreiden."

De club zit dringend verlegen om nieuwe vrijwilligers met verstand van elektronica als coördinator voor de verschillende groepen reparateurs.

"We herstellen geen spullen die onze middenstand ook kan repareren, zoals fietsen en wasmachines", legt Kupers uit, "maar we maken zo'n beetje alle apparaten die je bij Blokker kunt kopen."

Stofzuigers en koffiezetapparaten zijn ongeslagen koplopers. Klokken, lampen, geluidsapparatuur, elektrisch (tuin-)gereedschap en keukenapparatuur doen het ook goed.

Wie voor weinig geld een werkende stereo, frituurpan of stofzuiger wil hebben, kan even komen snuffelen in de miniwinkel van het repaircafé.

Penningmeester Herman Smit (69): "We krijgen ook veel spullen, apparaten die dubbel zijn of die we na reparatie zelf mogen houden, omdat men toch al wat nieuws heeft gekocht."

(Bron: Dagblad Tubantia. Martin Ruesink)

Image